Oren open mond dicht

In reactie op alle misstanden waarin mensenkinderen kindermensen,
niet gehoord worden. In reactie op alle machtsmisbruik, jeugdzorg, tv-programma’s, werkvloeren.

KIJK een oor. Voor jou, voor #peter, voor iemand die nooit iets (lijkt) te zeggen of juist heel hard roept, voor daders en slachtoffers, voor Jason Bhugwandass, voor iemand van wie je denkt dat ie dat toch niet nodig heeft.

Wanneer luisterde jij voor het laatst naar iemand zonder dat je gedachten, je analyses, ‘de regels’ je afleidden? Wanneer luisterde iemand volledig naar wat er in jou omgaat? Wanneer luisterde jij voor het laatst naar jezelf?

Houd die vragenlijst nog maar even in je tas, begin maar bij iets triviaals als het weer, maak jezelf leeg, weg met die agenda, ben er in al je menselijkheid. Oren open mond dicht. ‘Ja maar…’ Nee dus.

Hernieuwde kennismaking

Eindelijk ook weer in het mbo werken zoals ik wil: live. Zitten met koffie en thee, hernieuwd kennismaken met de papieren hand, uitwisselen over wat is, wat was en wat komt. Elkaar zien zonder haast.

Wat gaat goed, waar wil je naartoe, waar baal je van, waar wil je trouw aan blijven en waar voel je je de laatste tijd klein bij?

Een hernieuwde kennismaking met de papieren hand.

`The deepest urge in human nature is the desire to be important`

Vroeger leerde ik dat het stellen van de waarom vraag onbeleefd was. Dat het stellen van veel vragen sowieso brutaal was. Dat waarom vaak beantwoord werd met een zucht… ´zo is het nu eenmaal´. Nog steeds betrap ik mezelf erop dat ik een waarom vraag dikwijls verontschuldigend vooraf laat gaan door een ´sorry, ik ben nu eenmaal heel nieuwsgierig´….

Ja ik ben heel nieuwsgierig maar meer dan dat wil ik ervaren wat zin heeft EN maakt. Voor kinderen, jongeren, hun ouders en leraren, voor mezelf. Dat is onhandig, lastig en brutaal als ik in een systeem functioneer dat systeempje spelen als doel op zich ziet. Dat is verrijkend, wederkerig en zingevend op een plek waarin erop vertrouwd wordt dat mensen per definitie van betekenis willen zijn.

`The deepest urge in human nature is the desire to be important`, zei #Johndewey

Elena Carmona van Loon schreef een boek over het WAAROM van systemen, het WAAROM voor een ieder van ons, over: #hetrechterietsvantemaken. Het deed me denken aan een column die ik een aantal jaren geleden schreef voor #PiP over je niet thuis voelen in een systeem en de worsteling die daarmee gepaard gaat.

Verbinden kun je leren

Verbinding een toverwoord? Nee. Verbinden is een werkwoord en je kunt het leren, net als fietsen, typen, je veters strikken. Het draagt bij aan eerlijkheid, openheid en helderheid tussen jou en anderen en binnenin jezelf. Het draagt bij aan een cultuur waarin iedereen gezien en gehoord wordt. In zo’n cultuur wil ik dat kinderen groot worden. In zo’n cultuur wil ik groot zijn.

In de jeugdzorg, op school, in het buurthuis.

Beschikbaar

“Wat fijn dat jij altijd zo beschikbaar bent”, zei een docent uit het mbo toen we laatst in onze agenda’s zochten naar een nieuw moment van afspreken, “dat maak ik bijna nooit mee”.

Wauw, ik bezorg iemand een gevoel van rust alleen maar door beschikbaar te zijn.

Ik denk aan Sultan. Twintig jaar geleden in de naschoolse opvang was er altijd wat te doen: terwijl de kinderen op het plein verstoppertje speelden, op de bank hingen of aan het kletsen waren, ruimde ik de keuken op, hield ik de absentielijst bij en smeerde ik crackers met pindakaas. Sultan daarentegen zette bij binnenkomst een kopje thee en nestelde zich altijd op dezelfde stoel aan de lange tafel om daar het grootste deel van de middag te blijven zitten terwijl zich in de loop van de tijd steeds afwisselende groepjes kinderen om haar heen schaarden. Op een dag nam ze haar breiwerk mee, haar werktijd kon ze tenslotte goed gebruiken om haar wintertrui af te maken. Binnen de kortste keren wilden de kinderen zich dit zachte verbindende werk eigen maken. Niet de voetbal maar het bolletje wol werd het felbegeerde object binnen de kinderopvang. En terwijl ik druk doende limonade inschonk en kasten opruimde, beluisterde ik van een afstandje de gesprekken die Sultan en de kinderen voerden, de grappen waarom gelachen werd. Dat was het contact waarom ik mijn werk als pedagoog was begonnen.

Het gaat er niet om dat je alert bent maar dat je aanwezig bent,
het gaat er niet om dat je iets DOET maar dat je er BENT. Beschikbaar zijn.

Pfffffffffff… even uitademen. Pak dat kopje thee en ga zitten en verwelkom je kinderen, je collega’s, je leerlingen, jezelf. Dit weekend, volgende week en alle dagen erna.

Strippenkaart

“Werk jij ook met een strippenkaart?” vroegen twee leidinggevenden uit het mbo en basisonderwijs mij vlak na de zomervakantie. Toeval of niet?

Deze leidinggevenden voelden los van elkaar aan wat hun team in deze roerige tijden nodig heeft. Niet nog een expert die kinderen uit de klas haalt om ‘achterstanden’ weg te werken, niet nog een training die gaat over wat ‘zou moeten’ in plaats van waar men naar verlangt vanuit een kloppend onderwijshart. Nee ruimte voor de docenten zelf om te verwoorden wat zij nodig hebben om met zin aan de slag te gaan.

Elke strip staat voor een luisterend oor, voor eigenaarschap, voor verbinding maken met waar je het ook al weer voor doet: je leerlingen en studenten.

Empathisch leiderschap bestaat uit aanvoelen wat je team nodig heeft. Vraagt om ruimte geven zodat mensen ‘m zelf kunnen pakken.